
Spreekwoorden: (1914)
Lef hebben,d.w.z. moed, durf hebben, ook het lef hebben (om), den moed hebben om. Dit znw. lef houdt men voor het hebr. lêb, dial. uitgesproken lef, hart. In de litteratuur dezer eeuw komt de uitdr. meermalen voor. Vgl. A. Jodenh. II, 31: Veraltereerd waren ze van zoo'n lef; III, 29: Het Volk,...
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10778

Als je lef hebt, dan durf je veel.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/11538
Geen exacte overeenkomst gevonden.